Coalitieakkoord 2022-2026
Maastricht, stad van verbondenheid. Dat is de titel van het coalitieakkoord 2022-2026 dat de partijen Seniorenpartij Maastricht, D66, CDA, PvdA, PVM, VVD en Volt op 7 juni 2022 presenteerden. Op deze pagina leest u een samenvatting en kunt u het volledige akkoord downloaden.
Download het coalitieakkoord
Het volledige coalitieakkoord is beschikbaar in het Nederlands en in het Engels.
Samenvatting akkoord
Maastricht, stad van verbondenheid
Maastricht is een saamhorige stad waarin alle inwoners zich thuis moeten kunnen voelen. Deze ambitie staat en valt onder andere met het versterken van de verbondenheid. Het verbeteren van die verbondenheid ziet de nieuwe coalitie van Seniorenpartij Maastricht, D66, CDA, PvdA, PVM, VVD en Volt als een urgente opdracht voor de komende vier jaar.
We werken daarom aan de verbondenheid in de stad tussen alle inwoners van Maastricht, de verbondenheid met de stad die een thuis is voor al haar inwoners en de verbondenheid van de stad met haar partners en de (Eu)regio.
Heel belangrijk daarbij is dat de inwoners van Maastricht ervaren dat zij kunnen agenderen, kunnen meedenken, en ook kunnen meebepalen over de onderwerpen die spelen in de buurt, de wijk, de stad en de (Eu)regio. Daar is grote behoefte aan. Dit vraagt van ons niet alleen realistische ambities, maar ook om aanpassingsvermogen: de wil en kracht om (zelf) te veranderen. In de huidige tijd van diverse internationale crises is die kracht om te veranderen misschien wel noodzakelijker dan ooit.
In vele opzichten klopt het beeld van Maastricht dat men krijgt als men van buitenaf naar de stad kijkt: een bloeiende internationale universiteitsstad in een dynamische kennisregio, waar het goed wonen en verblijven is. Dit brengt de stad veel en biedt nog vele kansen voor verdere versterking. Tegelijkertijd brengt dit speciale verantwoordelijkheden met zich mee, in de richting van onze (Eu)regio, maar ook naar onze inwoners.
We vinden dat het hoog tijd is om deze verantwoordelijkheden actiever en concreter vorm te geven. In de Maastrichtse samenleving dreigt met name de tweedeling een steeds hardnekkiger kenmerk te worden. Die tweedeling loopt langs vele lijnen: tussen oorspronkelijke en nieuwe bewoners, tussen blijvers en passanten, tussen taalgroepen, tussen wijken en langs landsgrenzen (in het bijzonder voor grenswerkers), maar zeker ook tussen rijkdom en armoede. De scheidslijn tussen rijk en arm en de schuldenproblematiek die daarbij steeds vaker optreedt, is een zorg voor een groeiende groep Maastrichtenaren, ook in de middenstand en in de middengroepen in onze stad. Dit is een risico voor de toekomst van de stad.
We onderkennen dit risico en starten een tegenbeweging. Ook omdat de prijs die de stad betaalt voor deze tweedeling steeds verder oploopt. Niet alleen op het gebied van financiën en de geloofwaardigheid van bestuur en beleid, maar vooral op het welzijn en de gezondheid van veel inwoners. Inwoners rekenen immers op een stadsbestuur dat beschermt wat waardevol en kwetsbaar is. Zij zien dat soms onvoldoende terug. Onze missie begint hier: bij het erkennen van het risico van de scheidslijnen in de stad. Dat begin is belangrijk, maar ook niet meer dan dat, namelijk een begin. Er echt iets aan doen, met concrete plannen en acties, vereist een blik die verder reikt dan de voorliggende bestuursperiode 2022-2026. We beogen daarom beide te doen: concrete acties benoemen voor de komende bestuursperiode én de langere termijn-ambities schetsen waarin deze passen, zoals in de recent door de gemeenteraad vastgestelde visiedocumenten. Dit vereist met name een grondige verbouwing van het ‘sociaal domein’. Met die verbouwing is door het vorige bestuur al een start gemaakt. Wij willen dit krachtig voortzetten.
Het waarmaken van onze ambities vergt een open houding van bestuurders en medewerkers richting onze stad. Het stadsbestuur moet meer als ‘van de stad’ ervaren worden, van de wijken en van de inwoners van Maastricht. Het vereist een andere manier van communiceren en een meer service-gerichte bestuursstijl en dienstverlening, maar ook experimenten met aanvullende vormen van democratie (via vernieuwende vormen van burgerparticipatie, zoals een burgerraad op een specifiek thema) en bovenal meer en zichtbaarder gebiedsgericht werken.
Dit alles moet van meet af aan onderdeel zijn van een interne cultuuromslag, zowel bestuurlijk als binnen onze organisatie. Dat betekent het kwalitatiever maken van de participatie bij het vormgeven en uitvoeren van beleid. Dit vergroot draagvlak en veerkracht.
Het bieden van een thuis aan alle inwoners van onze stad en bescherming van onze samenleving vraagt naast samenhang en verbondenheid (in de stad) ook om een realistische blik naar buiten (rond de stad). Voor een vitaal en weerbaar Maastricht is kennis van en netwerk in de regio, het land, en het (nabije) buitenland onmisbaar. Op dit terrein is sprake van achterstallig onderhoud, zowel in de Nederlandse als in de Euregionale context. De lobby in regio, land en Europa kan en moet beter.
Om deze omvangrijke taak te kunnen volbrengen zullen wij onze ambities en verantwoordelijkheden in balans met de veranderkracht van de interne organisatie zien te brengen. Dat verdient de stad en mag de stad van ons verwachten.
Dit alles vertaalt zich in concrete plannen en acties op de volgende terreinen:
-
De veerkracht van de wijken vraagt om een voor Maastricht innovatieve wijze van werken, waarbij we samen met inwoners en partnerorganisaties integrale wijkontwikkelingsplannen gaan opstellen. Niet de regelingen komen centraal te staan, maar de oplossingen. We starten in twee nog nader te bepalen gebieden met het sluiten van een sociaal contract, waarin concrete en meetbare doelen komen te staan.
-
Bouwen doen we niet louter voor de winst, maar voor de brede welvaart van alle Maastrichtenaren. Gebiedsontwikkeling is een instrument voor het bevorderen van leefbaarheid, maatschappelijke en economische ontwikkeling. In een aantal belangrijke gebieden van de stad voorzien we de komende jaren grote ontwikkelingen. Denk aan het ENCI-terrein, Limmel aan de Maas, Belvédère, kwetsbare buurten en de Maasoevers. Wat betreft de middellange termijn werken we verder aan het slechten van nog resterende oost-west-barrières, zoals het spoor.
-
Een veilige en leefbare woonomgeving is een kernwaarde voor onze inwoners. Zichtbaar aanwezige en aanspreekbare wijkgebonden medewerkers, boa’s en wijkagenten zijn daarom belangrijk. Dat betekent uitbreiding van het aantal boa’s op straat, ook ’s nachts, en een regionale lobby voor meer politiecapaciteit.
-
Wonen is een universeel mensenrecht, daarom willen we eraan werken dat ons Maastrichts woonaanbod betaalbaar, duurzaam en divers is. We faciliteren het bouwen van studentencampussen en zetten in op een betere kwaliteit van sociale huurwoningen, meer middenhuur en op voldoende aanbod in de koopmarkt waarbij starters- en seniorenwoningen extra aandacht krijgen om de doorstroming te bevorderen.
-
Milieudoelstellingen én geopolitieke ontwikkelingen noodzaken ons om op een aantal thema’s te versnellen, in samenwerking met onze inwoners, bedrijven, maatschappelijke partners en kennisinstellingen. Die versnelling heeft vooral betrekking op het realiseren van oplossingen voor de hoogwaterproblematiek van de Maas en haar zijrivieren en op afbouw van onze afhankelijkheid van fossiele energie. Ook op het gebied van mobiliteit maken we keuzes die het leefklimaat van onze stad nog aantrekkelijker maken.
-
Iedereen moet kunnen meedenken, meepraten en meedoen. De lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen laat zien hoe belangrijk het is om participatie van inwoners meer te stimuleren. De komende jaren zullen we ernaar streven om de kloof tussen de gemeente en haar inwoners te dichten via verschillende initiatieven op het gebied van burgerparticipatie. Dat is onder meer de introductie van stadsdeelregisseurs en stadsdeelwethouders rondom zeven stadsdelen inclusief adequate werkbudgetten, de vaststelling van een participatieverordening en de uitbouw van de burgerbegroting.
-
De opgave voor de komende tijd is een vervlechting tot stand brengen van de Maastrichtse kenniseconomie met de woonstad, werkstad en bezoekersstad die Maastricht is en blijft. Kortom: toerisme, maakindustrie, praktisch-opgeleiden en inwoners die meer kansen verdienen moeten een vaste schakel worden in de groeiende Maastrichtse kenniseconomie. Om dat te bewerkstelligen is het cruciaal het MKB te betrekken. Het is verder noodzakelijk de band tussen ‘kennis en wijk’ te versterken en tastbaar te maken.
-
Het is belangrijk dat iedereen cultuur moet kunnen maken en meemaken. We zijn trots op onze volkscultuur, de ontluikende popcultuur, onze opleidingen zoals het conservatorium, de toneelschool en de kunstacademie, op al die makers en professionele instellingen die een belangrijke rol spelen. Die optelsom maakt dat wij tweede cultuurstad van Nederland zijn. We versterken de verbinding tussen amateurs en professionals, we geven een impuls aan cultuureducatie en stimuleren de samenwerking tussen verenigingen met andere maatschappelijke organisaties in de buurt. Zo ondersteunen we de veerkracht van inwoners en wijken.
-
Ter stimulering van de volksgezondheid is sport- en beweegdeelname van onze inwoners zeer noodzakelijk. We creëren in onze openbare ruimte meer mogelijkheden voor spelen, bewegen, sporten, ontmoeten en zich verplaatsen. We zorgen samen met inwoners en sport- en beweegaanbieders voor veilig bereikbare en goed onderhouden sport- en speelvoorzieningen in de wijken en buurten, en faciliteren inwoners die hiervoor zelf het initiatief willen nemen. Want naast het gezondheidsaspect is sport ook een belangrijke ontmoetingsfactor en een bindmiddel in de stad en de wijk.
-
De samenwerking tussen buurgemeenten en zustersteden moet beter en concreter, met name ook gezien projecten als de Einstein Telescope en het realiseren van grensoverschrijdend openbaar vervoer. Ook de watersnood in juli 2021 toont aan dat samenwerking belangrijker is dan ooit, ditmaal op het gebied van klimaat, duurzaamheid en energie en het versterken van onze gezamenlijke lobby richting Den Haag en Brussel. Maastricht moet in al die samenwerkingen de juiste rol nemen: leidend en verbindend.
-
Een belangrijke ambitie van dit college is om tweedeling te voorkomen. Dat betekent kansengelijkheid bevorderen. Voor je kansen zou het niet uit mogen maken waar je in de stad geboren bent. Kansen beginnen bij onderwijs en het op vroege leeftijd voorkomen van achterstanden. Kansengelijkheid vraagt bovendien om toegankelijk onderwijs voor iedereen. Dat betekent een brede scholengemeenschap aan beide zijden van de Maas.
-
We zijn ervan doordrongen dat het stadsbestuur meer vanuit samenwerking met de inwoners vorm en inhoud moet geven aan de ontwikkeling van onze stad. Daarbij is een stevige gebiedsgerichte werkwijze vanuit bestuur én organisatie noodzakelijk om de verbinding naar wijken en buurten te herstellen. In deze benadering past ook een open dialoog met de raad, voorbij traditioneel coalitie-oppositie-denken. Ook daar geldt: hoe kunnen we vanuit verbinding tot de beste besluiten komen. Doorslaggevende randvoorwaarde voor het welslagen van de ambities van dit college is dat er financieel orde op zaken gesteld wordt, te beginnen in het sociaal domein, en dat we onze bedrijfsvoering door centralisatie robuuster weten te organiseren.