Geveltuin aanleggen

Als u geen voortuin heeft, mag u zonder vergunning een geveltuintje aanleggen. Dit betekent dat u voor uw huis de stoeptegels weg mag halen. Het tuintje mag maximaal 45 centimeter diep zijn.

Regels

In Maastricht hebt u voor een geveltuin geen vergunning nodig. Er zijn alleen een paar regels.

  • Woont u in het winkelgebied van de binnenstad? Meld uw geveltuin dan aan door een e-mail te sturen naar Mijn Groen Maastricht.
  • Woont u binnen het beschermd stadsgezicht en/of is uw woning een monument, neem dan contact op met de gemeente.
  • Voor kinderwagens, rollators en rolstoelen moet er een veilige doorgang blijven. Laat daarom minstens 120 centimeter loopruimte over op de stoep. Is dit zo, verwijder dan maximaal anderhalve stoeptegel, dit is 45 centimeter.
  • Schep het straatzand weg, maar niet dieper dan 40 centimeter. Informeer bij de gemeente bij twijfel over aanwezige leidingen of kabels. U bent verantwoordelijk voor eventuele schade.
  • Zet de verwijderde stoeptegels rechtop in de grond om een smal randje te maken. Zo voorkomt u verzakking van de stoep en kan regenwater in het tuintje stromen. Daarnaast maakt u zo duidelijk wat de grenzen van uw geveltuin zijn en voorkomt u dat deze voor onkruid wordt aangezien.
  • Vul het gat met tuinaarde en meng de al aanwezige grond er doorheen. Bewaar de overgebleven tegels! Gaat u ooit verhuizen en willen de nieuwe bewoners het tuintje niet overnemen? Dan moet het terug naar de oorspronkelijke staat.

Hulp of advies nodig?

Voor hulp of advies kunt u terecht bij het loket van Mijn Groen Maastricht (van de gemeente Maastricht). Stuur een mail naar mijngroen [at] maastricht.nl. Dit loket werkt nauw samen met CNME, het centrum voor natuur- en milieueducatie. De loketmedewerkers geven advies en helpen u met uw plan. 

Buurtinitiatieven 

Wilt u samen met uw buren een geveltuintjes-straat maken? Of ander openbaar groen in uw buurt onderhouden? Neem ook dan contact op met Mijn Groen Maastricht. Jullie initiatief is zeer welkom!

Meer informatie

Kijk op de website van CNME voor meer informatie over zelfbeheer, plantenlijsten
voor verschillende soorten groen, voorbeelden
van boomspiegels en nog meer tips.

  • Plant geen grote heesters en bomen. Bedenk dat sommige klimplanten zachte of oude muren aantasten. Welke planten goed groeien in jouw geveltuin hangt af van de omstandigheden zoals de hoeveelheid zon en de waterbehoefte van de planten. Wil je vogels en vlinders aantrekken met geurende bloemen of liever eetbare planten en kruiden? Zet een aantal vaste meerjarige planten om het hele jaar door te genieten van de geveltuin. Vaste planten zijn sterker en vermeerderen zichzelf. Plant in het najaar viooltjes en bloembollen. Dan blijft de geveltuin in de winter en het voorjaar kleurrijk. Let op: de gemeente of nutsbedrijven kunnen de planten (tijdelijk) verwijderen bij werkzaamheden.

  • Zoek naar planten die goed zijn voor uw situatie. Stokroos, narcis, dahlia, lavendel en rozemarijn zijn voorbeelden van planten die het goed doen in de zon. Denk voor een schaduwtuintje aan planten als ooievaarsbek, vuurdoorn, maagdenpalm, helleborus, hortensia, vingerhoedskruid en wolfsmelk.

  • Verwijder ongewenst groen, vervang kapotte planten in het voorjaar en breng in voor- en najaar compost aan. Geveltuintjes staan vaak wat droger. Water geven doe je beter af en toe veel dan dagelijks een beetje. Dit maakt de planten sterker. Let op dat er geen overlast ontstaat door overhangen. Probeer je geveltuin zo veel mogelijk zijn gang te laten gaan. Vogels houden van dichte struiken en insecten overwinteren tussen de blaadjes en takken.